Met het recente loslaten van het stuk onverwerkte gevoelens naar mijn moeder en zus, belandde ik nu bij het stuk dat er nog naar mijn therapeuten zit. Ik uitte dan ook in mijn vorige artikel wat boosheid naar mijn therapeuten, zonder het eerdere begrip te tonen dat ik wel voor hun gedrag heb. Ik was dus in mijn hoofd duidelijk bezig met hoe de relatie tot mijn therapeuten was, en wat voor gedrag ik in die therapieën ontwikkelde, om de behandeling te overleven die ik van hen kreeg. Er kwam een stuk naar boven naar mijn therapeut Anke van Brunssum (gefingeerde naam, zie het hoofdstuk De klinische behandeling uit Deel 1 van mijn verhaal). Zij had echt haar op haar tanden, en ze moedigde mijn agressie aan, en leerde je dat dan vervolgens hanteren, zodat je er niet naar zou handelen. Hierdoor stond wat ik voelde, en hoe ik handelde, niet echt op één lijn. Dat is één reden dat ik tegenwoordig soms dingen beloof en ze dan, vanuit een passiviteit die ik in me heb, niet waar maak.
Net op het moment dat ik dit voelde in mijn hoofd, stond mijn overgenomen buurvrouw voor de deur, die mij vroeg of ik een pakketje voor haar kon opvangen, de volgende dag. Ik zei natuurlijk meteen ja, want ik sta altijd klaar om iemand te helpen. Maar uiteindelijk nam ik m’n medicijnen laat, en sliep ik de hele ochtend, waardoor ik het pakketje niet had opgevangen, terwijl ik het wel had beloofd. Ik bood hiervoor niet m’n excuses aan aan de buurvrouw, toen ze de volgende dag opnieuw aan de deur stond. Het was een middelvinger in haar gezicht, en het voelde ook alsof ik een middelvinger opstak naar Anke, mijn therapeut. Zij had tenslotte zo vaak middelvingers naar mij opgestoken, omdat haar gedrag veelal ook haaks stond op wat ze zei, maar daar hadden meer therapeuten in de klinische therapie een handje van.
De dag nadat ik die middelvinger opstak, schrok ik wakker en het was wederom alsof ik een waarschuwing kreeg. Ik zag een groene flits en het leek alsof ik totaal afgesneden werd van mijn verleden. Uiteindelijk herstelde zich dat weer, maar het was eigenlijk een zelfde soort waarschuwing als die ik in Update voor december: eerste waarschuwing had beschreven. Voor mij was het duidelijk dat de middelvinger niet gewaardeerd werd. Die dag zag ik de buurvrouw voor de derde keer die week. Ze vertelde dat ze het pakketje bij het pakketpunt had opgehaald. Ik bood nu m’n excuses aan voor mijn passiviteit en voor niet te doen wat ik zei dat ik zou doen. Het was niet erg als ik had gezegd dat ik het niet doe en het dan vervolgens niet doe, maar ik had gezegd dat ik het zou doen, en deed het vervolgens vanuit passiviteit niet. Je bent alleen beschermd op deze wereld, als je percepties, gedachtes, gevoelens, en acties op één lijn zitten. Dit is de zuivere middenweg. Die op twee manieren gebalanceerd wordt. Eerst tussen Lucifer en Satan, waardoor je de weg van Christus gaat lopen. En dan tussen Christus en Antichristus.
Ik had de buurvrouw de eerste keer dat ik haar zag die week verteld, dat ik heel gefrustreerd was en zin had m’n telefoon door de tv te gooien. Het was een diepe behoefte om het lichamelijke te voelen in mezelf. Een diepe wens om uit te breken, maar ik kon het niet voelen vanwege m’n trauma, en tja, dan moet het naar buiten. En ondertussen ben je zo passief als het maar zijn kan, dus het speelt zich allemaal van binnen af. Dit is zo’n frustrerend gevoel, maar door dit met de buurvrouw te delen, en doordat zij drie keer aan mijn deur stond die week, werd ik weer rustiger, en had ik niet langer de behoefte om uit te breken. Ik kon genoegen nemen met de strakke teugels die ik op me voel staan, en kon me er bij neerleggen. Dit voelde eigenlijk wel lekker. Maar toen speelde vervolgens iets anders op…:
Ik merk dat ik nu minder gevoel heb in de uiteindes van mijn lichaam. Handen, voeten, penis, en tong, voelen meer verdoofd dan anders. Een soort verdoofde tinteling. Ik proef hierdoor ook minder goed. En seksueel ben ik ook minder gevoelig. Ik heb diabetes. En het zijn net de emotionele veranderingen die de gebeurtenissen die ik in de vorige alinea’s beschrijf met zich meenemen, die de diabetes erger kunnen maken. Het is een chronisch gevoel van onbevredigdheid, wat uiteindelijk diabetes veroorzaakt en er voor zorgt dat je insulineresistent wordt want je cellen moeten doorleefd zijn van lichaamskracht om een bevredigd gevoel te hebben, en als je dat niet hebt, dan kan de insuline nergens op inwerken. Het komt dus neer op onvervulde behoeftes uit de kindertijd. Geen dokter die dat van me aanneemt, maar ik ken mezelf goed, en weet dat het daar mee te maken heeft. En wat ga je doen als je onvervulde behoeftes hebt en je het lichamelijke niet kunt voelen? Dan moet de energie naar buiten, en ga je het in externe dingen zoeken, zoals lekkere dingen eten, wat aan de diabetes ook geen goed doet. Het meer in contact gebracht worden met het lichamelijke, terwijl dat door een trauma is weggedrukt, en je het ook niet meer kan terugkrijgen, zorgt dan dat er een ongevoeligheid + tinteling in de uiteindes van de ledematen ontstaat. Heel logisch vind ik dat. En tja, dat is ook een symptoom van diabetes. Dus ja, blij ben ik hier niet mee. Deze Antichristus-kracht wil zo graag dat je je blijft ontwikkelen, en vooral niet stilstaat, want dat is blijkbaar het ergste wat er is, maar ja: niemand is perfect. Dus door jezelf te blijven ontwikkelen door hun invloed, kun je nu eenmaal ziektes oplopen. Belangrijk is om in te zien waar ze van komen, en waar het is fout gegaan, en dat te communiceren met de wereld.
Nog iets wat ik bemerkte bij mezelf, wat een beetje vreemd is, is het volgende: Ik heb in het hoofdstuk Eunuchs en ontmanning uit Deel 3 van mijn verhaal, verteld over mijn ervaringen met autogynefilie, waar ik in de periode na mijn mislukte deeltijdtherapie, een tijdje last van had. Het is het gevoel seksueel gestimuleerd te worden, als je je inbeeldt dat je een vrouwenlichaam hebt. Ik vond dit vreselijk, omdat ik erg graag een man wil zijn, en heb in dat hoofdstuk dan ook beschreven hoe het bij mij ontstond. Maar nu, jaren later, bemerk ik het tegenovergestelde bij mezelf. Ik voel me nu ineens juist gestimuleerd als ik doe alsof ik een capabel mannenlichaam heb. Ik heb natuurlijk een mannenlichaam, maar ik onderdruk het lichamelijke in mezelf, die mannelijke gevoelens van agressie, zo ontzettend, dat ik ontmand ben, en mezelf een mislukte man voel. Inbeelden dat ik een echte, capabele man ben, stimuleert me, al blijft het gevoel altijd dat ik dat niet ben. Dus nu gaat de identificatie die ik (toen ik uit de kliniek kwam) met mannen had, in lichte gevoelens van autoandrofilie zitten. De man in mijn fantasie, als een object zien waarmee je je in de realiteit seksueel of romantisch verbindt, heb ik geen enkel verlangen voor, maar inbeelden dat ik die man ben, voelt wel goed. Dus als het ware, komt dat stukje uit de klinische therapie nu terug, al kan ik niet mijn kracht van toen terugvinden, helaas, in deze toestand. En blijf ik mezelf helaas een incapabele man voelen. Dat is jammer, maar ik hoop nog steeds op een wonder in de toekomst. Ik blijf het in ieder geval documenteren, ook al is het eigenlijk persoonlijk. Ik hoop te laten zien dat seksualiteit meer is dan hetero, homo, bi of trans, maar dat het eigenlijk een verhaal is van wie je bent, wat je meegemaakt heb, en dat een groot deel van de expressies valide ervaringen zijn, ook al komen ze enigszins vreemd over en kun je er behoorlijk last van hebben, al hoeft dat laatste niet altijd zo te zijn.