Hoofdstuk

1.2

In dit hoofdstuk beschrijf ik hoe ik mijn middelbare schooltijd heb beleefd, waar ik tegelijk opbloeide, maar ook voor het eerst psychische klachten had.

De middelbare school 1996-2002

In zomer 1996 ging ik, samen met m’n zus, naar de brugklas. De school had genoeg leerlingen om een vwo-brugklas te vormen. En ik zat dan ook voor het eerst met mensen van gelijke intelligentie. Het was allemaal wel erg spannend. Voor het eerst zonder ouders door de stad lopen, op weg naar school, met enorme tassen achter op onze ruggen. Mijn moeder vond dat boekentassen beter waren dan gewone rugzakken, en ik had me dan ook helemaal door haar mening laten leiden, zoals ik vaker deed. Op school bleek dat iedereen een gewone rugzak had, en er werd gelachen om onze boekentassen. Het kostte mij het eerste jaar moeite om te wennen. Af en toe werd ik gepest door mensen uit andere klassen, bijvoorbeeld bij de gymles en in de pauze, en bracht ik de pauzes soms, om dit te vermijden, door in de bibliotheek van de school. In de klas zaten een aantal mensen bij wie ik me niet thuis voelde, maar ook een aantal bij wie ik me wel thuis voelde en daar trok ik dan ook de meeste tijd mee op. Ik kreeg ook voor het eerst écht het gevoel van vriendschap. De tweede klas was al een stuk leuker, en het zou ieder jaar leuker worden. In de pauzes zat ik meestal bij dezelfde mensen en we hadden vaak de grootste lol! Maar ook hier hield de zo bekende angst niet op. Ik had last van grote onzekerheden, ik voelde me niet altijd veilig en de puberteit versterkte dit alleen maar. Wie was ik? Ik was ontzettend kritisch naar mezelf. Ik ontwikkelde een groot kledingprobleem en voelde me superonzeker in nieuwe kleding en het kwam vaak voor dat ik bepaalde kleding niet meer droeg, omdat het zoveel angst veroorzaakte. Ondertussen was ik erg druk, vroeg ik veel aandacht in de klas door geluiden te maken, en stak ik constant de draak met alles en iedereen. Dit waren allemaal manieren voor mij om om te gaan met de heftige, overspoelende angst die ik in me had.

De schoolvakanties waren een ramp. Ik had geen afleiding meer en werd hopeloos met mezelf geconfronteerd. Ik piekerde me een ongeluk, en de angsten waren alom aanwezig. M’n nagels vernielde ik totaal, door ze tot bloedens toe af te kluiven. Dit gaf mij een gevoel van controle. Als ik een spannende film zag, sliep ik nachtenlang niet, en lag ik zwetend in m’n bed, bang voor geesten en meer van zulke dingen. Ook was ik bang dat ik blind zou worden, en ziektes zou krijgen. Ik miste m’n vrienden ontzettend, één in het bijzonder, omdat ik daar altijd zo veel lol mee had tijdens school, en dat was een reden om te gaan twijfelen over m’n geaardheid. Maar het was niet zo simpel, want ik walgde echt van het idee om intiem met hem te zijn, kreeg überhaupt geen erectie als ik aan mannen dacht, maar het idee drong zich gewoon steeds aan me op, als ik aan leuke meisjes dacht. Ik sprak hier veel over met m’n ouders. Als ze zeiden dat ze ook van me hielden als ik homo zou zijn, dan had ik het gevoel dat ze me dwongen tot die gevoelens, zo beïnvloedbaar was ik. Gelukkig kon ik dit idee, als de school weer begon, van me afzetten en kon ik me dan weer richten op al die leuke meisjes die op school rondliepen. Was ik altijd al geïnteresseerd in meisjes geweest; in de puberteit werd ik seksueel ook in ze geïnteresseerd. Ik fantaseerde vaak over ze.

In de pauzes ging ik met een aantal vrienden vaak muziek maken in het muzieklokaal. Dan speelden we piano en drumden we, en zo werd ik steeds handiger met muziek. Thuis deed ik ontzettend veel met een muziekprogramma dat ik van meneer Hans, een muziekleraar van de basisschool, had gekopieerd. Ik luisterde naar muziek op een cd of op tv, en probeerde het dan helemaal nootje voor nootje na te maken. Dat vond ik ontzettend leuk. Ook schreef ik m’n eigen muziek met dit programma. In de vierde klas had Johan, een vriend van me dan ook het wilde idee om de muziek bij het komende schooltoneelstuk te gaan schrijven. Ik was voorzichtig, maar uiteindelijk ben ik er vol voor gegaan. En het resultaat was gaaf! Sterker nog: het volgende jaar zouden we het nóg een keer doen, met nóg veel beter resultaat. Op dat moment voelde ik me echt bijzonder. En pas dán kon ik trots zijn op mezelf, en voelde ik me echt iemand.

Maar dan werd het weer vakantie, en begonnen de twijfels weer te komen. Ik merkte dat ik het lichaam van een vrouw mooi vond, maar dat ik het lichaam van een man ook mooi kon vinden. Ik werd er niet opgewonden van, maar ik vond het wel mooi. Dit was weer reden om erg angstig te worden. Het was echt een probleem voor mij, omdat ik m’n zelfvertrouwen zo onderuit haalde. Ik heb jarenlang periodes gehad, waarop ik constant aan het testen was: ben ik nu hetero-, homo-, of biseksueel? Ik werd heen en weer geslingerd en voelde me steeds iemand anders. Ik was er door geobsedeerd. Dit was afgrijselijk. Als ik een lelijke vrouw zag naast een knappe man, dan sloeg de angst me om het hart. Terug op school, verdwenen die identiteitsangsten weer als sneeuw voor de zon. Dan was er structuur.

Wat in de puberteit ook gebeurde, was dat ik ontzettend bang werd voor transseksuelen. Als ik met de bus van school naar huis reed, stapte er op het station van een naburig dorp op een bepaalde dag altijd een vrouw in, die wat mannelijke trekken had in haar gezicht, en ze had ook een beetje een lage stem. Ik was er van overtuigd dat zij transseksueel was (wat overigens niet eens waar bleek te zijn), en was iedere week op die bewuste dag, panisch (van binnen), als we het station naderde.

Mooie momenten op school waren de reizen naar het buitenland. Zo hadden we in de derde klas een uitwisseling met Italië. Op basis van brieven werd je gekoppeld aan Italiaan. En ik werd gekoppeld aan de in de ogen van z’n klasgenoten grootste kneus van de klas, hoe verrassend. Ik heb nog lang hierom kunnen lachen. Details van toen hij hier was, zal ik je besparen, ook al is dat hilarisch. Later in het jaar gingen we dan naar Italië. Voor het eerst in het buitenland, want met m’n familie bleven we altijd in Nederland. Met m’n zus ging het toen niet zo goed. Ze voelde zich erg ziek. Met mij ging het op dat moment beter, maar bij een sportwedstrijd moest ik een aantal kilometer lopen. En viel ik tijdens het rennen uitgeput flauw, omdat ik telkens maar doorging en doorging zonder grenzen. Ik bleef stil liggen op de baan en m’n benen waren vuurrood. Al snel kwamen m’n vrienden toegelopen en die tilden me overeind. Ik had amper nog kracht om te lopen, en m’n bloeddruk werd opgenomen bij de ehbo, waar ze me aanraden om als ik thuis was even langs de dokter te gaan, en te vertellen over dit voorval.

In de vierde klas was er de Rome-reis, waar ik veel foto’s maakte, en later een reisje van een paar dagen naar België, waar ik voornamelijk filmde, stuk voor stuk momenten waarop ik opleefde. School was voor mij een geweldig afleiding en ik had er veel bereikt.

Toen ik dan ook in het zesde en laatste jaar zat, sloeg de twijfel toe. Wat moet ik gaan studeren? Waarom moet de middelbare school nu eindigen? Ik was vooral het laatste jaar veel bezig met filmen en maakte voor maatschappijleer samen met Anne, een klasgenootje, een film als praktische opdracht. Dat werd allemaal steeds leuker, en we kregen iets samen. Maar ik was zo bang voor de reactie van anderen, en schaamde me zo ontzettend, dat we het op mijn verzoek even geheim hielden. We schreven elkaar vaak brieven, die we op school dan aan elkaar gaven. Tegen het einde van het schooljaar, wist toch iedereen het, het ging geleidelijk. Ik vond het erg leuk, maar toen de school ten einde was, sloegen de twijfels weer toe. Ik ging weer piekeren. En het werd steeds erger, hoe intiemer ik werd met haar. Ziekelijk dwangmatig testte ik weer op alle mannen en vrouwen die ik zag, of ik ze mooi vond en of ze me opwonden. Ik werd wéér heen en weer geslingerd tussen hetero-, homo, en bi-seksualiteit, en het bleek toen ook nogmaals dat ik geen duidelijke identiteit had, maar dat wist ik toen nog niet. Steeds wanneer ik aan Anne dacht, seksueel gezien, kwam een man om de hoek kijken in m’n hoofd, die me alle lust ontnam en me bang maakte, waardoor ik als verzoenend gebaar naar die innerlijke man knuffelfantasieën kreeg, die me helemaal van slag maakten, omdat ik m’n zelfvertrouwen ook zo onderuit haalde. Later blijkt dit model te staan voor wat ik mee heb gemaakt in de relatie met m’n ouders. Een nieuwe bijkomstigheid was dat het soms net leek alsof ik een vrouwenlichaam had, bizar was dat. M’n zelfbeeld was zo verwrongen, alsof ik borsten had, en een vagina, terwijl ik dat niet wilde. En dat was vroeger ook één van m’n angsten waar ik het wel eens over gehad heb met m’n moeder: ik was bang dat ik borsten zou krijgen. Ik werd bang dat ik een geslachtsveranderende operatie moest ondergaan, tegen m’n zin. Want ik wílde het niet! Maar ik werd er toe gedwongen voor m’n gevoel. En ik had ook de dwang om vrouwelijke bewegingen te maken, maar enkel als ik alleen was. Ik was erg depressief toen. Ik kreeg voor het eerst een antidepressivum, Efexor, en dat bracht meteen enige verlichting. Maar ondertussen reageerde ik mijn problemen af op Anne. Als zij even geen aandacht voor me had of met een andere jongen stond te praten, dan kolkte het bloed door m’n aders, dan was ik ontzettend jaloers, en dit was echt heel pijnlijk. Pas als boosheid om gedeelde aandacht er mag zijn, dán kan een mens aandacht delen, maar bij mij was m’n boosheid flink ingesnoerd, het mocht er niet zijn. En ik voelde me een zielig hoopje. Want ik wilde me ook zoals een man met zelfvertrouwen voelen, die tevreden was met zichzelf. Maar ik was verre van tevreden met mezelf. En werd steeds bozer. Als ik me aan Anne ergerde, en dat was steeds vaker, was het meteen over met de verliefdheid. Heel zwart-wit was dat. Tijdens het eindexamengala, wat zo mooi had moeten wezen, voelde ik me superslecht, ook al had ik een prachtig meisje naast me…

En toen brak de vakantie aan. We zouden op dat moment naar Parijs gaan, en ik was kwaad op Anne om een onbenullig iets. Hier spraken we aan de telefoon nog over, en toen smeet ik uit woede de hoorn op de haak. Later heb ik haar in tranen nog proberen te bellen, maar ze was er niet meer. De hele vakantie heb ik haar niet gesproken, en het was duidelijk dat het uit was. Het ging erg slecht met me en ik was er kapot van!!! Maar met de medicijnen kon ik het beter relativeren. Ik dacht: ik heb haar zo maar laten lopen! Waar heb ik me al die tijd druk om gemaakt!? Ik was in één keer van m’n klachten af, en ik kreeg weer wat gezonde vechtlust. Aan het einde van de vakantie, net voordat ik naar de universiteit ging, bracht ik haar als afscheid een grote ingelijste tekening die ik van haar gemaakt had. Volgens mij leek ie sprekend. En toen kon ik weer verder met m’n leven.

deel dit hoofdstuk:

Spring naar
een andere pagina:

Deel 1: 1984-2017

Deel 1

1984—2017

Een kort overzicht van mijn jeugd, hoe mijn behandeling voor zware angst- en identiteitsproblematiek helemaal misgaat, en hoe ik deal met de rampzalige gevolgen.

Deel 2: 2018-2023

Deel 2

2018—2023

Hoe ik informatie ontdek over entiteiten die lichamen overnemen en hoe deze entiteiten uiteindelijk de aanval op mij en m’n omgeving openen.

Deel 3: diverse onderwerpen

Deel 3

div. onderwerpen

Hoe ik mijn ervaringen in therapie kan verklaren, welke andere dingen ik in m’n zoektocht naar waarheid ontdekt heb en mijn opinie over andere zaken.

Artikelen

Artikelen

2020—2024

Een deel van de artikelen die ik in de loop van de tijd heb geschreven. Sommige staan offline nu, maar zijn opnieuw verschenen in de drie delen van mijn verhaal.